Arequipa 72° WL : De afslag naar een parel in de Andes
De taxi staat stiller dan stil. Geen beweging in de stroom blik voor ons. Een toeterconcert maakt duidelijk dat geduld zijn grenzen heeft. Ik ben op weg van het hotel naar het vliegveld; normaal gesproken duurt dat een half uur. Inmiddels vijfenveertig minuten onderweg en nog steeds aan alle kanten ingesloten door blik op de weg. Ik vraag aan de chauffeur ; hoe lang nog naar het vliegveld en ik wijs op zijn horloge. Hij haalt zijn schouders op en antwoord; Traffico, mucho traffico; dat begrijp ik zelf ook wel. Ik kijk Carla aan, wij schieten in de lach. Het is wat het is, het gaat zoals het gaat! Ik heb nog twee uur voordat het vliegtuig naar Arequipa vertrekt. Wij hoeven geen bagage in te checken zijn online ingecheckt. Hortend en stotend beweegt de blikken stroom zich voorwaarts. Iedereen heeft haast, probeert elkaar de pas af te snijden en een plekje op te schuiven. Twintig minuten later lost de file vanzelf op en 10 minuten later komt de taxi aan op het vliegveld. Een enorme rij mensen tussen linten staan te wachten op bagagecontrole. Gelukkig is dat voor internationale vluchten, wij gaan binnenlands. Het is daar veel rustiger. Snel door de bagagecontrole en naar de gate gelopen. Het is nog tien minuten voor het boarden, dus ruim op tijd. De vlucht naar Arequipa in het zuiden van Peru duurt anderhalf uur. Onder mij glijdt het Andesgebergte voorbij. In een glijvlucht wordt de landing ingezet tussen hoge bergen. Ik zie bergpaden scherp uitgesneden op de flanken van de bergen. Huizen worden zichtbaar, het aantal verbaast mij. Ik had een kleine stad verwacht maar van boven af gezien is Arequipa een grote stad met meer dan een miljoen inwoners. Turbulentie zorgt voor een wiebelige harde landing. De deur gaat open en via een trap kom ik op het platform. Wacht op Carla en samen lopen wij snel naar de uitgang. Het snelle wreekt zich, ik hap naar adem en mijn hartritme gaat in de versnelling. Arequipa ligt op 2.400 meter hoogte, de lucht is ijler. Het tempo zal aangepast moeten worden. Taxi naar hotel genomen en tijdens de rit gaan wij eerst door mistroostige buitenwijken. Naarmate we dichter bij het oude stadsgedeelte komen veranderen de wegen en huizen. In de verte zie ik besneeuwde bergen boven de huizen opdoemen. Het hotel ligt midden in de oude stad tegenover het beroemde Santa Catalina klooster. Ingecheckt, naar de kamer met uitzicht op het klooster en aan de achterkant twee vulkanen met besneeuwde toppen. Spullen uitgepakt en op pad gegaan. In rustig tempo zwerven door de smalle straatjes van deze witte stad.Richting Plaza de Armas, het hart van de oude stad. Ik ben onder de indruk van de intieme warme sfeer in deze oude stad. De gezichten van de oudere lokale mensen zijn diepbruin en gegroefd, door hoogte en zon getekend. Ik merk dat de hoogte invloed begint te krijgen. Ademen gaat moeizamer een lichtte hoofdpijn kondigt zich aan. Besluit om terug te gaan naar hotel en daar op bovenste verdieping met uitzicht op klooster en stad een hapje te eten. Carla en ik genieten van het late zonlicht die de sneeuw op de bergen een gouden gloed geeft. Aan de andere kant wordt in de stad het licht ontstoken, het geeft een twinkeling aan het uitzicht. De volgende dag loopt ik het hotel uit, sla de hoek om en sta voor de ingang van het Santa Catalina klooster, een nonnenklooster. Ik kijk een gangetje in en zie een kleine rij wachtenden bij de kaartverkoop. Ik kijk Carla aan en zei zegt gelijk; doen! De verkoop is bij een kleine opening waar het geld op een plateau wordt gelegd, onder een glazen raam door wordt geschoven op een plateau aan de andere kant. Dit was vroeger de ingang waar mensen zich bij de nonnen konden melden. Zij mochten geen contact hebben met de buitenwereld en wat nu een raam is was vroeger een houten luik. Spullen werden neergelegd en als de mensen weg waren werd het houten luik geopend. Zodra ik binnen ben wordt ik overrompeld door de kleur en constructie van het klooster. Overheersend zijn de kleuren dieprood en blauw wat opvallend is voor het sobere leven in het klooster. Ik kom ogen tekort om de schoonheid een plekje in mijn geheugen te geven. Ik loop door smalle rood gekleurde steegjes met aan weerskanten ingangen naar blauwe binnenplaatsjes. Ineens kom ik op een binnenplaats met zuilen gangen. Overal hangt een serene sfeer die niet verstoord wordt door andere bezoekers. Het klooster is een doolhof en vol verrassingen. Zalen die vol hangen met een diversiteit aan afbeeldingen van Maria. Ik loop in verbazing en verwondering verder door het klooster. De nonnen waren zelfvoorzienend wat overal te zien is. Tuinen, wasplaatsen en veel keukens die in maatvoering verschillen. Deze waren gekoppeld aan de verblijven van de nonnen. Hier waren duidelijke verschillen te zien van heel sober tot meer aangeklede ruimten hetgeen met de hiërarchie te maken heeft. Ik loop een grote donkere zwartgeblakerde keuken binnen. Alle zwarte keukengerei uit vroeger is nog aanwezig. Ik kijk omhoog naar een kleine opening in het dak waar zonlicht naar binnenvalt en een witte plek op de grond achterlaat. Op dat moment wordt ik omringd door gregoriaans hemels gezang. Ik ben diep ontroert, blijf een tijdje staan en geniet van dit moment. Ik loop verder probeer te achterhalen waar de muziek vandaan komt. Het komt ergens uit het klooster vandaan, maakt niet uit, het is prachtig. Drie uur hebben Carla en ik op eigen wijze rondgezworven. Wij drinken thee op een kleine binnenplaats, stil en beide geraakt door zoveel verstilde schoonheid. Wij lopen terug naar hotel met hoofd vol indrukken. Even een rustpauze en dan oriënteren op morgen. Ik wil naar de zoutvlakte hoog in de bergen. So far so good. Wat een prachtdag! Kijk als aanvulling op verhaal naar de foto’s.
Lima 77° WL : Peruaanse zonnige zondag zonder zorgen.
De motoren bulderen, alles trilt en rammelt. De oude Boeing raast over de startbaan en trekt langzaam omhoog. Links naast mij aan het gangpad zit een jongen met down syndroom. Hij brult hard mee met het geluid van de motoren klapt in zijn handen als hij loskomt van de grond. Ik kijk naar hem steek mijn duim op krijg een duim en lach terug. De hele vlucht houden wij contact. Bij de landing kreeg hij van de stewardess een aantal chocolaatjes. Ik maak met mijn hand een gebaar van. ” hmm lekker “. Hij pakt twee chocolaatjes geeft deze aan mij die ik verlegen aanneem. Parmantig verlaat hij het vliegtuig met een klein koffertje achter zich aan. Ik ben vertrokken uit Trujillo en geland in Lima. Het is weekend. Carla en ik hebben besloten de zondag tot rustdag te verklaren. Inmiddels zijn wij 17 dagen onderweg en onderweg zijn is reizen. Om de rust een kans te geven heb ik een luxe Pullman hotel geboekt voor redelijke prijs met dank aan Accor. De kamer is prachtig ingericht waarbij vooral het bed kreten van geluk oplevert. De zondag kondigt zich vroeg bij mij aan. Ik kruip uit bed sluip de deur uit naar het zwembad voor een koele zondagochtend duik. Op een ligbed lig ik te mijmeren over de afgelopen periode en wat nog gaat komen. Trujillo is de laatste plaats die tegen de 80° WL aan schuurt. Vanaf daar gaat de 80° WL verder over zee. Ik kan niet met de boot dus verder over land. Vanaf Lima neem ik een aantal afslagen van de 80° WL. Na dit traject gaat mijn Pool naar Pool reis verder in Chili en zo dicht mogelijk tegen de 80° WL. Eerst een paar afslagen nemen. Ik ga terug naar de kamer zie Carla met een grote glimlach onder de grote regendouche staan. Ik krijg een natte zondagochtend kus en samen genieten wij van de regen. Voor het ontbijt gaan wij naar een klein koffietentje verderop in de straat. De koffie en broodjes zijn heerlijk in Peru. Na het ontbijt terug naar het zwembad en nestelen ons op de bedjes met als doel te genieten van onze rust. Ik vertel Carla over de afslagen waarop Carla zegt: dat past wel bij jou; jouw leven is ook geen rechte lijn maar vol met afslagen. Ik vind het een treffende opmerking. Na een uur vind ik het genoeg en stel voor naar Plaza Mayor in Lima te gaan. Op zondag is dat DE plek waar veel Peruanen naar toe gaan als een familie-uitje voor de zondag. Wel wat anders dan mijn zondagen vroeger. Wij gingen meestal in de mooie kleren bij de wederzijdse opa’s en oma’s op bezoek. Ik stel voor vandaag van een Peruaanse zondag te genieten onder het motto; zwerf vaak, verwonder je altijd. Taxi genomen deze kon niet op het plein parkeren omdat alle straten naar het plein op zondag zijn afgesloten. Hij zet ons af op de hoek van een straat en vertelt de beste route naar het plein. Ik loop gelijk in een stroom van mensen die allemaal richting plein gaan. De sfeer is uitbundig. Overal staan mensen met etenskarretjes en kleedjes waarop zijn hun waren aanprijzen. De zon laat de amandel kleurige ogen van veel vrouwen schitteren als diamanten. Het lijkt of de zorgen even thuis gelaten zijn. Ik geniet dat deze mensen die genieten terwijl het leven voor veel Peruanen onder de huidige omstandigheden niet gemakkelijk is. Ik zie op straat mensen die proberen door verkoop van de meest uiteenlopende producten in hun levensonderhoud te voorzien. Het is knokken voor hun levensonderhoud. ik heb daar diep respect voor. Bedelen komt bijna niet voor, soms mensen met een zichtbaar handicap of heel oude vrouwen. Zij staan vaak zwijgend bij de ingang van een kerk met een kartonnen bekertje. Voor die situaties heb ik altijd munten op zak die ik met liefde geef. Op het plein is niets van dit alles te merken. Kinderen rennen uitbundig over het plein. Overal vliegen grote zeepbellen door de lucht die zij onder luid gejuich proberen te vangen. Op de bankjes de tortelduifjes die innig met elkaar verbonden zijn, voor hen bestaat het hele plein niet meer. Gearmd of hand in hand slenteren mensen eten een ijsje en ander zoet spul. Ijs is geliefd het wordt gepresenteerd op een dienblad met gaatjes en hopelijk verkocht. Overal in de straten staan muzikanten en het muziek aanbod is gevarieerd. Alle muziek brengt de Peruanen in beweging. Zij kijken, luisteren en hun lichaam beweegt. Vooral de beweging in de heupen toont het ritme. Carla en ik zwerven op eigen wijze door de straten, haar ogen zien wat zij wil zien en mijn ogen zien wat ik wil zien. Soms ontmoeten onze ogen elkaar en zijn wij even samen. Na omzwervingen door de straten ben ik terug op het Plaza Mayor. Het is het oudste plein en de bakermat van Lima, gesticht in 1535. De historische grandeur is terug te vinden in de gebouwen rondom het plein. Vooral het Palacio Gobierno, het Palacio Arzobispal en de kathedraal zijn de grote blikvangers. Ik ben nieuwsgierig kies voor een bezoek aan de kathedraal. Carla staat al bij de poort klaarblijkelijk hebben onze zielen elkaar gevonden in deze spirituele omgeving. Binnen moet entree betaald worden, tegenwoordig is dat meer regel dan uitzondering bij belangrijke kerken en kathedralen. Besluiten het bezoek te verplaatsen naar de volgende keer als wij in Lima zijn. De avond neemt langzaam de taak over van de dag. Lichten worden ontstoken het plein krijgt een nieuwe glans. Verzadigd van deze Peruaanse zondag nemen wij een taxi naar het hotel. Wij komen nog terug in Lima voor verdere verkenning. Naast het hotel hebben we een hapje gegeten. Op tijd naar bed. Morgen neem ik de afslag naar Arequipa in het zuiden van Peru. So far so good. Reizen maakt gelukkig.
Trujillo 80° WL : Verleidelijk verleden in de verlatenheid van de woestijn
Het vliegtuig klapt omlaag in een luchtzak. Gegil in het vliegtuig een vrouw achter mij prevelt een gebed waarin Dios wordt aangeroepen. Zij klampt zich vast aan mijn stoel. Na een periode met veel turbulentie wordt het stil. Het geprevel zwakt af, de vrouw ademt nog zwaar. Ik vlieg van Guayaquil via Lima naar Trujillo in Peru. Na twee uur vliegen geland in Lima. Daar door de douane en langs de hondencontrole van bagage. Het is 3 uur wachten op de aansluitende vlucht naar Trujillo. Carla speurt naar een lounge om de wachttijd te veraangenamen. Zij komt aanlopen, ik zie teleurstelling in haar gezicht. De lounge is gesloten vanwege renovatie. Een plekje gezocht waar het rustig is. Alle tijd om een hapje te eten, veel tijd voor het bekijken van foto’s en te selecteren. Uit een luidspreker klink een aankondiging om te boarden die waarschijnlijk ook in NL te horen is. In 50 minuten komen wij, voor het eerst tijdens deze reis, in het donker aan. Trujillo heeft een klein vliegveld alles gaat nog op ouderwetse wijze. Uit het vliegtuig met de trap naar beneden, bagage met traktor en aanhangwagen opgehaald. Buiten staat een shuttle van het hotel op ons te wachten. Richting Trujillo gaat het over een smalle weg met twee banen. Zover het oog reikt een lang lint van autolichten. Trage vrachtwagens houden het verkeer op, met levensgevaarlijke inhaalacties tot gevolg. Ik hoor en ruik de zee maar zie hem niet. Aan de andere kant van de weg is zand, heel veel zand. Wij rijden een verlaten stadswijk binnen. Aan weerskanten zijn vaag witte huizen zichtbaar, op de weg een dun laagje zand. De wind jaagt kleine dorre struikjes over de weg. Ik verwacht elk moment cowboys op paarden te zien, die naar de saloon met klapperende deuren gaan. De huizen worden groter, de weg breder en omgeving groener. Wij komen aan bij het hotel. Een mooie kamer met balkon waar Carla en ik een wijntje drinken voordat Klaas Vaak ons roept. De volgende dag gaan we naar de oude binnenstad van Trujillo. Ik wil de oude culturen gaan verkennen van de Moche en Chimu indianen. Deze gebieden liggen buiten Trujillo, ik ga op zoek naar vervoer. Alejandro ontmoet, die perfect Engels spreekt en een dagtoer kan regelen. Hij gaat zelf mee als gids. Geregeld, dat geeft rust om de oude binnenstad te ontdekken. Ik loop door kleine straatjes met kleine winkeltjes met de eigenaars ervoor. Ik word vriendelijk begroet met bon dia, que tal of como estas. Het is een hartelijke groet zonder de bedoeling mij in hun winkeltje te lokken. Veel mensen lopen slenterend voor mij. Ik moet mij inhouden hen niet steeds met grote passen te passeren. In vergelijking met hun lome passen lijk ik speedy Gonzales. Hoewel veel mensen in het zwart gekleed zijn brengen zij kleur in het straatbeeld. In de oude stad is laagbouw, kleine kleurrijke huisjes. Op het grote plein overheersen de kleuren wit, geel en blauw. Het plein is het centrum van ontmoetingen. Overal staan mensen te praten of zitten op de bankjes het leven door te nemen. Ik geniet van zwerven door een stad en mensen bezig te zien in hun dagelijks bestaan. Straathandel is alom aanwezig en dat maakt een stad levendig. Verzadigd van alle indrukken terug naar het hotel. Carla is een winkeltje in gelopen, zij ziet altijd wel iets moois wat zij vervolgens niet kan meenemen. Wij reizen alleen met handbagage met een maximaal gewicht van 10 kilo. Op ons balkon heerlijk gegeten, daarna daalde de temperatuur snel naar 10 graden. De volgende dag werden wij opgehaald door Alejandro en gaan naar de Huaca de Sol (tempel van de zon) van de Moche cultuur. Deze tempel, gebouwd uit miljoenen leemstenen, was ooit veel groter dan hij heden ten dagen is. Ondanks de geleden schade is deze tempel met 8 verdiepingen, verbonden door steile trappen en met een hoogte van 45 meter, nog steeds s’werelds grootste leemstenen tempel. Na een hectische rit door Trujillo rijden wij de woestijn in. Aan weerszijde van de weg zand, dorre grijze struiken en in de verte vage contouren van bergen. Het is mistig bewolkt waardoor geen perspectief te zien is. Plotseling rijden wij langs een enorm berg. Het blijkt wat een leemstenen tempel uit lang lang vervlogen tijd. Hier worden nog nieuwe ontdekkingen gedaan en worden potten, sieraden, huisraad en graven uit die periode gevonden. Wij rijden verder door de zandvlakte, in de verte doemt de Huaca de la Luna ( tempel van de maan) op. Het is een imponerende “ ouwe zooi” zoals Carla en ik vaak gekscherend zeggen. De omvang van de tempel is indrukwekkend. Helaas is het hele complex overdekt om verdere schade door erosie te voorkomen. Ik loop door het tempelcomplex waar vele details bewaard zijn gebleven. Hier gaat de verbeelding zijn werk doen. Ik stel mij voor hoe de mensen hier in de periode 100 – 700 N.Chr. hebben geleefd en waar ik nu loop hebben zij ook gelopen. Carla, Alejandro en ik zijn op dit moment de enige die hier rondlopen. Het is heel stil het enige geluid is de wind die vrij spel heeft tussen de restanten van de tempel. Alejandro weet veel te vertellen over de historie en details die nog zichtbaar zijn. Ik zonder mij soms af omdat ik in alle stilte zelf wil kijken, zien en genieten. Carla kent dit van mij en ook zij loopt soms een andere kant op. Onder de indruk van deze ervaring loop ik samen met Carla weer terug naar de auto. Wij voelen elkaar aan en zijn stil. Een koffiepauze voordat wij naar Chan Chan ( zon zon) gaan. Chan Chan was een stad met een oppervlakte van 20km² en werd bewoond door de Chimu cultuur, die leefden na de Moche cultuur van 900 – 1470 N.Chr. In de stad waren 9 paleizen waarvan 1 goed zichtbaar bewaard is gebleven. Grote, hoge lemen muren van oorspronkelijk 12 meter moesten de stad beschermen tegen het water. Ik loop langs deze grote wallen en kom in een complex waar ik opnieuw in verwondering doorheen loop. Opnieuw overweldigd door de grootte, het ingenieuze van de bouwwerken en alle details die met perfectie door de ambachtsmensen toentertijd zijn aangebracht. Het is heet, de zon staat recht boven ons hoofd en geen schaduw. Verhit en verzadigd van alle indrukken lopen wij terug. Wij gaan naar de kust voor een hapje eten en vooral even de wind door mijn haren te voelen. Naar een leuk plaatsje aan de kust waar nog zelfgemaakte rieten kano’s als modellen rechtop langs het strand staan. In de branding met hoge golven liggen surfers te wachten op hun board voor de perfecte golf. Op een terras met uitzicht op zee heerlijk gegeten en daarna richting hotel. So far so good. Het was een bijzonder cultureel dagje vandaag.
Een tip voor wie meer weer lezen over deze culturen adviseer ik via Google; Moche cultuur in te tikken en dan De Moche route - mijn droomreis aan te klikken.
Guayaquil 80° WL : Kleurrijke leguanen in een schurend rauwe stad
Honden blaffen, hanen kraaien, zacht zoevend veegt een bezem het pad voor ons huisje schoon. Een nieuwe dag doet zijn intrede. Ik kus mijn lief wakker, zij antwoordt met een lieve glimlach. Na een heerlijk ontbijt maken we ons klaar voor de busrit naar Guayaquil. Helaas het busje van 10.00 komt niet, ook niet zo. Bij navraag geen uitleg. Onverschillig wordt gezegd; de volgende bus vertrekt om 13.00 uur. Dit is een lokale bus, 6 uur of langer duurt de rit met veel stops naar Guayaquil. Op zoek gegaan naar alternatieven. Altijd zijn de mannetjes in de buurt die willen onderhandelen over de prijs met een of hun auto. De rit met auto duurt ruim 2 uur. Prijs overeengekomen met vriendelijke oudere tandeloze chauffeur. Spullen in achterbak wij op achterbank een duim van de chauffeur en bamos. Na een kwartier stopt de auto langs de kant van de weg. Voor ons staat een nieuwe SUV die de rit zal voltooien. Na de gebruikelijke begroeting zijn wij ingestapt. De jonge chauffeur rijdt rustig neemt geen risico’s. In tegenstelling tot sommige tegenliggers die passeren en onze chauffeur dwingen tot een uitwijking of stevig op de rem te trappen. De weg volgt precies de 80° WL langs de kust tot San Pablo. Langs de kust rijden wij door veel vissersdorpjes waar de blauw-witte bootjes kilometers lang op het strand liggen. Vissers zitten bij hun boten hun netten te boeten. De zilte geur van de zee vermengd zich met de de geur van teer. Af en toe wordt de kustlijn verlaten, de weg gaat de bergen in en slingert door bosrijk gebied. Regelmatig staat bij een wegafzetting een man verveeld met het bord pare of siga het verkeer te stoppen of te laten doorrijden. Bij San Pablo verlaten wij de kustlijn naar het vlakkere binnenland richting Guayaquil. Het landschap verandert van groen naar grauw grijs. Wij rijden kilometers en kilometers langs industriële saaie gebouwen. Wij naderen de buitenwijken van de stad. Ik zie vervallen verlaten gebouwen opgeluisterd met woeste graffiti. Regelmatig staan op de hoeken van de straten groepjes mannen verderop stoer uitgedoste politie. De stad is de grootste doorvoerhaven van drugs uit Colombia naar Europa. Drugsbendes beheersen delen van de stad en schieten elkaar regelmatig overhoop. De chauffeur doet alle deuren op slot. Welkom in Guayaguil. De binnenstad is hectisch, chaotisch doet mij denken aan Aziatische grote steden. Verkeer dat zich aan geen enkele regel wil houden. Hier geldt het recht van de sterkste en dat is de durfal die zich met millimeters ruimte tussen andere auto’s zijn plek opeist. Regelmatig staat onze auto stil temidden van een toeterend concert. Uiteindelijk is het hotel gevonden en hebben we ingecheckt. Het hotel staat in een rustig deel van de stad vlakbij een mooie kathedraal en park. Na een drankje aan het zwembad gaan wij op verkenning met onbekende bestemming. Ik vind het leuk, zwerven door een stad en mij laten verassen. Verrast ben ik. Ik loop een parkje in. Het is vrij toegankelijk en niet afgezet met hekken. Tot mijn verbazing zie ik op het gras kleurrijke leguanen. Verderop staat Carla zij wijst naar het water waar zij voorstaat. Zij wenkt mij, ik loop naar haar toe. Opnieuw verbaast sta ik bij een grote vijver met schildpadden die in een keurige lijn liggen hier en daar op elkaar gestapeld. De foto’s geven een beeldverslag. Ik loop terug naar de leguanen. Het prehistorisch dier heeft een onwerkelijke schoonheid. Carla ziet een leguaan een boom inklimmen, althans een poging daartoe. Bijna boven glijdt hij weg weet zich aan een tak vast te grijpen voorkomt daarmee dat hij naar beneden valt. De kruin van de boom blijkt een lekker hapje te zijn. Carla en ik zwerven verder komen bij de Guayas de grootste, in de grote oceaan, uitmondende rivier van Zuid- Amerika. Langs de monding van de rivier is een lange boulevard; Malecon 2000. Hier wordt geparadeerd, het het is kijken en bekeken worden. Op bankjes zijn stelletjes innig in elkaar gestrengeld. Oudere mannen kijken op een bankje naar deze taferelen die aan voorbije jaren doen denken. Er is veel security en politie op de boulevard. Het schijnt voorheen een circuit van criminaliteit te zijn geweest. Op een terras aan de rivier hebben we een koel glas bier gedronken. Die smaakt het beste na een wandeling in 30 graden, klam warm weer. We zijn een kolossale binnenmarkt in gelopen. De wondere wereld van verlangen en illusie. Hele smalle binnenstraatjes met honderden meters schoenen, kleding, elektronica etc.etc. Mensen schuifelen achter elkaar door de straatjes zoekend naar iets van hun gading. Langs etenskraampjes met kleine tafeltjes en stoeltjes die allemaal bezet zijn wij terug naar het hotel gelopen. Morgen wil ik nog naar de oude wijk Las Penas. We zijn vroeg opgestaan en na ontbijt gaan wij weer op pad. De taxi genomen naar Las Penas. De wijk ligt tegen een berg,met op de top een oude vuurtoren en een koloniale kapel. Een tijd lang is deze wijk slecht onderhouden waardoor de wijk in een favela veranderde met veel criminaliteit. Inmiddels zijn veel huizen gerenoveerd zonder dat het de sfeer heeft aangetast. Veel kunstenaars hebben zich hier gevestigd. Ik sta voor een 444 treden tellende trap en kijk omhoog. De zon staat recht boven mijn hoofd zonder schaduw van de huizen te geven. Een paar slokken water en de trap op. Links en rechts zijn smalle zijstraatjes. Ik loop een zijstraatjes in; hoor no no no! Een man wijst dat ik hier niet mag komen. Het blijkt dat deze zijstraatjes nog steeds onveilig zijn voor buitenstaanders. Verder de trap op onderweg zijn mooie vergezichten en leuke ontmoetingen. Ik sta een foto te maken en hoor een kinderstem “ hello hello” roepen. Ik kijk omhoog; een stralend meisje zwaait naar mij. Haar moeder naast haar heeft een verlegen lach. Ik vraag of ik een foto mag maken, instemmend wordt geknikt. Mooi beeld en foto gemaakt. Ik loop verder, zwaai naar haar en krijg kushandje terug. Het is stevig doorstappen naar het hoogste punt van de wijk: de vuurtoren en een kapel, met een fantastisch uitzicht over de rivier, de nieuwe haven en de stad. Ik zie over de rivier een kabelbaan waaronder gondels hangen. Ik ben nieuwsgierig. Snel terug de trappen af. Beneden krijg ik protest van mijn knieën. Gevraagd waar de gondels naar toe gaan. Het blijkt openbaar vervoer te zijn: de Aerovia. Sinds 2020 de nieuwe levensader die Duran aan de overkant van de rivier verbindt met Guayaquil. De totale lengte is 4.1 kilometer. We zijn naar een vertrekpunt gelopen, hebben een kaartje gekocht en zijn de gondel ingestapt. Carla roept ; wij zijn de ski’s vergeten. Het is eenzelfde gondel als bij de wintersport. Ieder gondel is bezet; het is inderdaad een openbaar vervoermiddel. Wij hangen boven het water, de wind suist door de gondel en af en toe een slingerde beweging. Aan de overkant hebben we rondgelopen en om vervolgens de gondel terug te nemen naar het eindstation. Na de overtocht over de rivier gaat het laatste deel over de stad. Wij scheren over en langs huizen en onder ons raast het verkeer. Het is een onwerkelijk tochtje. Ik geniet van deze bizarre ervaring. Terug naar het het hotel en voorbereiden op morgen. Wij verlaten Ecuador gaan verder in Trujillo Peru. So far so good.
Isla de la Plata : Klein Galapagos met vreemde vogels en omcirkeld door bultrug walvissen
Een zacht geroezemoes dringt de slaapkamer binnen. Geklop op de deur, daarna nog een keer. Ik doe open; er staat een man voor de deur die gelijk een stap naar achter doet. Excuso zei hij met een lach. Vervolgens kreeg ik de tijd door van vertrek naar Isla de la Plata. Eerst een ontbijt onder de wuivende palmbomen en daarna worden wij opgehaald voor de boottocht. De man had een gammele tuk-tuk geregeld om naar de haven en de boot te gaan. Deze ligt aan een lange pier waar veel mensen staan te wachten. Ik schrik van de vertrekkende boten met joelende mensen. Gelukkig blijken deze niet naar het eiland te gaan. Het is zondag en duidelijk is dat de ecuadorianen een feestje willen bouwen. Verderop staan de gids plus 8 medepassagiers op ons te wachten. We zijn aan boord gegaan aan een omgebouwde kleine vissersboot met genoeg ruimte voor 10 personen. Twee krachtige Suzuki motoren worden gestart. Het is een uur tot anderhalf uur varen naar het eiland. Rustig weggevaren totdat vol gas wordt gegeven. De boeg gaat omhoog en aan beide kanten spuit het water omhoog. Tijdens de vaart klapt de boot regelmatig op de golven, wat betekent dat mijn nieren aan het wandelen zijn geslagen. Bij plotselinge windvlagen slaat het buiswater naar binnen voor een gratis zoute douche. Ik staar in de verte, zie regelmatig spuitende walvissen en soms de staarten als zij weer onder water gaan. Ineens vermindert de schipper snelheid speurt net als alle anderen naar walvissen die dicht bij de boot zijn. We zien de van wat verder af maar onze gids vertelt dat op de terugtocht nog meer succes zal zijn. In de verte wordt het eiland zichtbaar. Dichtbij de kust wil ik zien hoe diep het is. Ik zie ineens grote zeeschildpadden in een glijvlucht langs de boot zwemmen. Gefascineerd blijf ik kijken naar de bewegingen van de kleine vinnen en het gestroomlijnde schild die ervoor zorgen dat de schildpad door het water glijdt. Eenmaal aangemeerd in zijn we in ondiep water gesprongen en met schoenen in de hand naar het strand gelopen. Er volgt overleg over wie welke wandeling wil gaan maken. Wij kiezen voor wandeling richting de zee het: het zogenaamde piratenpad. Een Vlaamse vrouw, twee Italiaanse jongens en de gids zijn onze mede wandelaars. Gestaag ging het smalle zandpad omhoog. Aan weerskanten staan dorre hoge struiken die verschillende soorten bloemen dragen in de kleuren wit, geel, blauw en paars. Het pad gaat steeds hoger ineens zie ik twee vogels met blauwe flippers op het pad. Het zijn de Blue footed booby’s (blauw-voet Jan van Gent ). De tekeningen van zijn veren, scherpe ogen en vooral die blauwe flippers zorgen bij mij voor verwondering. Het zandpad heeft het hoogste punt bereikt en gaat nu naar beneden richting ze zee. Het landschap verandert en ik krijg een prachtig weids uitzicht. In de lage begroeiing hoor ik onzichtbare vogels vogelgeluiden maken. Ik sta een tijdje stil omdat ik wil zien welke vogel die prachtige geluiden maakt. Zij laten zich niet zien dus geniet ik alleen van hun gezang. Ik kom op het vlakke gedeelte en het zandpad slingert richting zee. De gids wijst naar een masked booby ( gemaskerde Jan van Gent) die verder op zit. Vraagt ons om stil te zijn en langzaam komen wij naderbij. De masked booby blijkt niet alleen te zijn. Tientallen soortgenoten staren nieuwsgierig naar die vreemde vogels op twee voeten. Wij staren weer naar die prachtige krachtige koppen met een scherp getekend masker rondom hun ogen. Boven mijn hoofd vliegt een zwarte fregat vogel met een rode opgeblazen keel als een ballon. Hiermee probeert hij dansend in de lucht de vrouwtjes te imponeren. Ik weet niet of hij al indruk heeft gemaakt maar op mij in ieder geval wel. Bij zee aangekomen sta ik op hoge kliffen waar grote witte plekken aangeven waar de toiletten voor de vogels zijn. Carla staat op een ander punt, verstild staart zij over de zee. Een intens mooi beeld dat mij ontroert. De gids staat op ons te wachten. Het duurt even voordat iedereen terug is van zijn of haar eigen voorkeursplekje. Wij lopen hetzelfde pad terug wat andere vergezichten geeft. Regelmatig hoor ik geritsel van salamanders en hagedissen in de bosjes. Het kunnen ook ratten zijn die vroeger meegekomen zijn met boten die bij het eiland zijn aangemeerd voor een voormalig hotel. Geprobeerd wordt de ratten te bestrijden omdat zij de eieren van de broedvogels opvreten. Ik heb wel vallen zien staan maar geen ratten. We zijn terug bij de boot aan boord geklommen waar voor een lunch is gezorgd. Daarna is de mogelijkheid om te snorkelen. Carla is gegaan ik heb de foto’s gemaakt. Enthousiast bibberend kwam zij aan boord met gelijk verhalen over de vissen die zij heeft gezien. Nadat iedereen weer aan boord is , vertrekt de boot voor de terugreis. Eerst langs de kust waar de zeeleeuwen op de rotsen in de zon liggen te koesteren. Glanzende baltsende zeeleeuwen steken imponerend boven de groep uit. De motoren gaan weer op volle kracht. De zee is onstuimiger en de golven veel hoger. De boot klimt in de golven en klapt dan weer terug. Iemand gilt regelmatig, een ander is zeeziek en hangt over de reling zijn lunch aan de vissen te voeren. Na een half uur varen wordt het rustiger en begint het speurwerk naar bultrug walvissen. Iedereen kijkt in een andere richting, want rondom de boot zijn in de verte weer fonteinen van water te zien. Ineens verrukte kreten. Vlakbij komen twee bultrug walvissen boven. Ik wil foto’s maken. Op dat moment roept Carla dat aan de andere kant ook drie walvissen zwemmen rakend aan de boot. Ik wil geen foto’s meer omdat ik dit prachtige schouwspel niet door het oog van een camera wil zien maar wil genieten van dit moment met eigen ogen. Het is indrukwekkend die enorme walvissen die soepel door het water glijden. Een kop van een bultrug walvis komt boven water. Ik krijg kippenvel op het moment dat ik in het oog van de walvis kijk en heb het gevoel dat zij naar mij kijkt. Zo plotseling als zij kwamen zo plotseling zijn zij weer onder water verdwenen. Een laatste zwaaiende groet met de zijvin van de walvis verdwijnt deze onder water. Het is alsof zij nog even gedag wilde zeggen. De boot maakt nog een aantal rondjes maar zij zijn alleen nog in de verte te zien. Met volle kracht gaat de boot weer richting vaste land. Carla en ik zitten hand in hand stil naast elkaar voelbaar is de ontroering van ons beiden. Wat een overweldigende ervaring. Eenmaal aan wal gaan wij zo snel mogelijk terug naar ons paradijsje. Daar genieten wij van deze prachtige dag. So far so good.
Bedankt voor de complimenteuze berichten die ik in verlegenheid ontvang.
Puerto Lopez 80° WL : Stoere vissers levendig strand en huskie
De geur van de amazone lelie heeft zich vermengd met de klanken van de marimba. Ik zit op het balkon mijmer over de dag die komen gaat. Vandaag naar Puerto Lopez aan de kust van Ecuador. Lange tijd getwijfeld wat het beste vervoer zou zijn. Uiteindelijk besloten om terug te gaan naar Quito Airport en het vliegtuig te nemen naar Manta 120 km boven Puerto Lopez. Het vliegtuig vertrekt einde van de dag om 17.00 uur en duurt 45 minuten. Alternatief een busrit van 12 uur met twee overstappen en lange wachttijden en vervolgens twee rijden uur rijden over slingerende wegen door de beboste bergen naar vliegveld van Quito. Ruim op tijd en in de lounge is het wachten op vertrek. Vliegtuig ingestapt om 20.10 en weer uitgestapt in Manta. Het wordt al donker buiten. We hebben hotel vlakbij het vliegveld genomen want morgen gaan wij snel door naar Puerto Lopez en op de 80ste WL graad ligt. Het is altijd een verrassing waar ik terecht kom. Het is een sober hotel zonder voorzieningen en de ontvangst is door twee mannen die alleen in Spaans dialect praten. Gelukkig is het duidelijk wat ik kom doen. Een kamer gekregen waarin een twijfelaar staat met een met oranje synthetische deken waarvan mijn haren onmiddellijk recht van overeind gaan staan. Ik schuif de gordijnen open en kijk uit op een drukke verkeersweg en rotonde waarop een groot roze verlicht sculptuur staat. Carla en ik kijken elkaar lachend aan en zeggen bijna tegelijkertijd, altijd goed voor het verhaal. Met droomplezier en dicht tegen mijn lief onder het oranje kleedje geslapen. Via Uber hebben we een auto geregeld die ons in 1.30 uur naar onze bestemming brengt. Gelijk na vertrek doemt de zee op. Ik word altijd heel blij als ik zee zie. Bij iedere reis die ik maak ontstaat altijd het verlangen de zee te zien en het liefst een duik te nemen. Soms lukt dat niet b.v. tijdens een trektocht in de Himalaya maar daar staat wel heel veel schoonheid tegenover. De weg naar Puerto Lopez gaat bijna helemaal langs de zee en zo nu en dan rijden wij door kleine dorpjes. Regelmatig liggen op het strand kleine vissersbootjes. Stoere vissersmannen met verweerde gezichten staan in provisorische houten kraampjes de gevangen vis klaar te maken voor de verkoop. De chauffeur probeert met handgebaren zich verstaanbaar te maken. Ik zeg met mijn handgebaren dat ik liever heb dat hij op de weg let en handen aan het stuur. Lachend legt hij beide handen op het stuur de resterende tijd daar gelaten. In Puerto Lopez zijn straten verlaten alleen de hoofdstraat is levendig met vele kleine winkeltjes. Mannen op bankjes praten over de roddels van het dorp De kinderen vermaken zich in een kleine speeltuin met een glijbaantje en een wip. Ineens rijden wij een zandweg op met aan beide zijden kleine huizen in vervallen staat. Bij hoge terracotta muren wordt gestopt voor een grote houten poort. Dit is onze bestemming. Deur gaat open en we stappen naar binnen in een klein paradijsje. Palmbomen, kleurrijke planten met geurende bloemen, links en rechts kleine appartementen met tafel en stoeltjes op een terrasje. Bij de receptie worden wij hartelijk ontvangen en naar ons intieme gezellige hutje gebracht. Opnieuw wordt geen Engels gesproken maar wij redden ons steeds beter in het Spaans. De spullen zijn weer uitgepakt en wij zijn naar een prachtig idyllisch zwembad in de tuin gegaan om een verfrissende duik te nemen. Op deze plek wordt het tijd voor een rustdag, dat wil zeggen geen bijzondere activiteiten. Na een rustige nacht, ontbijt en een duik in het zwembad genieten wij van de rust op de ligbedjes aan het zwembad. Daarna zijn wij het vissersdorpje ingelopen naar het strand. Eerst door straten met hele hoge stoepen met extra op- afstapje. Waarschijnlijk zijn er regelmatig overstromingen; overal staan borden die richting aangeven bij evacuatie. In de verte zie ik de zee en een zilte geur komt mij tegemoet. Aan het strand is een lange rij van eettentjes die ons allemaal proberen binnen te lokken. Er is veel levendigheid op het strand. Het zijn vooral Ecuadorianen die hier hun vertier en afkoeling vinden. De taferelen zijn hetzelfde, spelende kinderen in het water, zandkastelen bouwen, verliefde stellen ineengestrengeld dobberend in de zee, luierende mensen in strandstoelen. De strandtentjes hebben houten tafeltjes met kleine bamboestoeltjes die zorgen dat mijn knieën boven het tafeltje uitkomen. Het is vooral vis wat hier wordt gegeten, van gebakken vis in allerlei soorten en maten maar bovenal heerlijke camarones en prachtige langoustines. De kreeft is heerlijk klaargemaakt en verser kan ik mij niet wensen. Op foto is het resultaat te zien. De sfeer is hartelijk uitgelaten mensen zingen mee met de muziek. Margarita’s vinden regelmatig hun weg. Voldaan zijn wij verder gaan lopen over het strand met in zee dobberende verlaten blauw-witte vissersboten. De stoere vissers staan aan het strand netten te boeten of een biertje te drinken. Zon, zee en het zilte water is gegroefd in hun gezichten. Voor een van de huizen zit een prachtige Huskie. Ik loop naar hem toe en zie voor het huis een echtpaar zitten. De man gebaart dat ik voorzichtig moet zijn. Ik steek mijn hand langzaam naar de hond en laat hem even snuffelen. Ik krijg een duim van de man terwijl ik wegloop. Opvallend is dat overal in elk dorp een omheind en overdekt voetbalveldje met drie treden tribune te vinden is. Ook hier wordt gevoetbald met twee man publiek op de tribune. Ik blijf staan kijken, de voetballers kijken naar mij en roepen iets wat ik niet versta. Het lijkt wel alsof zij daarna nog fanatieker gaan voetballen. Na het boodschappen doen zijn wij terug geslenterd naar ons paradijsje om daar aan het zwembad plannen te maken voor morgen. Dit doen wij aan onder de palmbomen. Het wordt Isla la Plata ofwel klein Galapagos genoemd, een uur varen voor de kust van Ecuador. Tijdens de boottocht kunnen walvissen worden gespot. Ieder jaar komen zij naar deze plek voor de kust om te paren of te baren om daarna terug te keren naar Antarctica. Het vervolg lees je in het volgende verhaal. So far so good. Wij genieten van deze reis. Zie foto’s.
Mindo 79 °WL : De Kolibrie en de Vlinder
Vroeg in de ochtend word ik gewekt door blaffende honden en kraaiende hanen. Ik neem een frisse duik voor ik ga ontbijten. Met druipend lijf kus ik mijn lief wakker haar luikjes gaan langzaam open. Na de regendouche een heerlijk ontbijt. Veel fruit verse sappen warme broodjes en een omelet. Bij Punto Ornithologico in Mindo zijn veel kolibries en met geluk zijn toekans te spotten. Het is buiten het dorpje op ongeveer 20 minuten lopen. Onderweg geniet ik van het dagelijks leven van de mensen. Op kleine lapjes land wordt gewerkt of staan de mannen te praten. In winkeltjes wordt alles keurig afgestoft en toonbaar gemaakt voor de verkoop. Kinderen lopen huppelend over de ongeplaveide weg. Mist kleeft aan de flanken van de bergen en lost langzaam in zichzelf op. Aangekomen bij Punto Ornitologico worden we hartelijk ontvangen door een vrouw die uitleg geeft over haar paradijsje. Eerst een wandeling gemaakt door het regenwoud. Nadat wij enorme hoge bamboe waren gepasseerd hoor ik achter mij een krakend geraas. Met een harde klap stort een grote bamboe op de grond. Die had ik niet graag op mijn hoofd gekregen. Boven ons op een houten plateau stonden mensen verschrikt te kijken en riepen of alles in orde was. Eenmaal boven kregen we thee en een plek aan de rand van het plateau om kolibries te kijken. Eerst is alleen het indringende zoemende geluid te horen. Wij kregen een dopje waarin suikerwater werd gedaan. Deze moet ik op de hand plaatsen en vervolgens de arm zover mogelijk uitstrekken. Ineens hangen de kolibries voor mij. Geïntrigeerd door het geluid van deze kleine vogel aanschouw ik in verwondering hoe zij met hun dunne sprieterige tongetje het suikerwater opzuigen. Zij hangen in de lucht bewegen alle kanten op. Zij kunnen zelfs achteruit vliegen. Het is een af en aan van bontgekleurde kolibries. Glanzend rode, blauwe en smaragdgroene vogeltjes hangen voor mij met het sonore brommende geluid. Carla zit naast mij te genieten af en toe kijken wij elkaar lachend aan. Wat heeft de natuur veel schoonheid te bieden. Een trap gaat naar een hoger plateau daar kunnen andere vogels worden gespot. In de verte vliegt een Toekan scherp afgetekend tegen een donkere onweerslucht. Ik daal de trap af bedank de vrouw voor de magische anderhalf uur. Wij lopen terug naar het dorp waar het dagelijks leven zich volledig heeft ontplooit. Wij gaan koffie drinken in een speciaal koffiehuisje. De koffie in Ecuador is een traktatie vooral met een heerlijke frambozen cheesecake. Op tafel lag een folder met informatie over een vlindertuin. Halverwege de informatie besloten daar naar toe te gaan. Het is buiten het dorp 15 minuten met de taxi. Gelukkig zijn de taxi’s in Ecuador zeer goedkoop. Naar de vlindertuin is het 3 dollar. Een ander voorbeeld is de rit van Quito naar Mindo van 2.10 uur wat 50 dollar kostte . In Nederland betalen wij voor een taxi van Bergen naar station Alkmaar 22 euro ofwel 25 dollar. Misschien appels met peren vergelijken maar toch! Na de koffie op weg naar de vlindertuin. Door een sluis die met doeken is afgesloten kom ik in de vlindertuin. Opnieuw zie ik een fascinerend schouwspel. Duizenden vlinders van verschillende pluimage fladderen in de rondte. Hier en daar zijn overrijpe bananen en meloen neergelegd. Daar genieten verschillende soorten vlinders van het zoet dat zij met lange spriet tot zich nemen. Ik heb geen verstand van vlindersoorten en ga geheel op in mijn verwondering van zoveel schoonheid. Overweldigend door de veelheid aan kleuren ga ik op een bankje zitten en kijk met verbazing naar het kleurrijke leven van de vlinders. Carla zie ik verderop gebogen over een vlinder staan. Zij heeft oog voor ieder detail terwijl ik de schoonheid van het geheel aanschouw. Leuk stel zijn wij toch. Uiteindelijk terug door een andere sluis en drie maal door de doeken die moeten voorkomen dat vlinders naar buiten vliegen. Wel tegenstrijdig omdat zij daar in alle vrijheid zouden moeten kunnen fladderen en niet onder de beschermende netten van een vlindertuin. Toch ben ik blij dat ik dit heb mogen bewonderen en gezien de grootte van de tuin denk ik dat de vlinders genoeg vrijheid hebben binnen de beperkte ruimte. Buiten gaan wij terug naar ons huisje. Morgen gaan wij naar Puerto Lopez aan de kust van Ecuador. Deze plaats ligt op de 80ste Westelijke Breedtegraad. So far so good. Voor de zondag heb ik hieronder een mooi verhaal toegevoegd van Wangari Maathai een Keniaanse vrouw.
Er was eens een prachtig woud, een paradijs, bijna een magische plek, zo mooi. Er stonden prachtige bomen en er leefden vele dieren op deze mooie plek. Op een dag brak er een brand uit. Enorme woudreuzen werden plotseling overspoeld door een zee van vuur. Bang en rennend voor hun leven vluchtten alle dieren uit hun huizen het bos uit. Uitgeput van het rennen kwamen ze aan bij het meer. Daar stopten de dieren om naar het enorme vuur te kijken. Verdrietig en overspoeld door de grootsheid van de situatie keken alle dieren machteloos toe. Maar er gebeurde iets raars. Een kleine kolibrie bleef driftig op en neer vliegen. Heen en weer van het water terug naar het bos wat in vuur en vlam stond. Niemand snapte het, tot op een gegeven moment één van de dieren zei: “Kleine kolibrie, wat ben je aan het doen?”. De kolibrie bleef druk bezig met zijn taak en zonder ook maar enige tijd te verliezen zij hij: ”Ik breng een druppel water naar het vuur” en vloog weer door. Op en neer bleef de kleine kolibrie vliegen, opnieuw en opnieuw. Vol ongeloof keken alle anderen dieren toe. Sommigen probeerde de kleine kolibrie zelfs te ontmoedigen. “Doe geen moeite, het vuur is te groot, je bent te klein, het is te weinig water, je vleugels zullen in de brand vliegen, het is maar één druppel, je kunt het vuur niet doven!?!” Toen de kolibrie weer terugvloog vanuit het bos zag hij hoe hopeloos en verlaten zij er uitzagen. Toen riep een van de dieren met een spottende stem: “Wat denk je dat je aan het doen bent?” De kleine kolibrie keek terug, en zonder ook maar een vleugelslag te missen zei hij: Ik doe wat ik kan!
Mindo 79 °WL : Avontuur op de flanken van de Andes
Het vroege glinsterende ochtendlicht gluurt door de kieren van de fluwelen gordijnen. Hoogte maakt het licht bijzonder. Ik schuif de gordijnen open, een strak blauwe lucht met verdwaalde wolken zorgen voor een goede start. De bagage staat op ons te wachten om verder op reis te gaan. Bestemming is Mindo; een authentiek plekje dat van alle kanten wordt omringd door regenwoud op de flanken van het Andesgebergte. Ik schuif langzaam richting de 80ste breedtegraad. Gisteren de mogelijkheden voor het beste vervoermiddel bekeken en het is de auto geworden. De reistijd met de bus is 3.00 uur en 45 minuten met taxi naar busstation. De reistijd met de auto is 2 uur en dan van deur tot deur. Uiteraard een meerprijs. Ik heb een telefoonnummer gevraagd, gebeld en een bedrag afgesproken. De auto stond keurig op tijd voor het hotel te wachten. Het is een prima auto en de chauffeur ontvangt ons hartelijk. De bagage is ingeladen en wij vlijen ons op de achterbank. We sluiten achter aan een trage sliert ronkende auto’s, vrachtwagens en bussen. Ik staar uit het raam en zie de buitenwereld aan mij voorbijtrekken. Kleurrijke huizen gaan over in commerciële complexen. Het duurt 45 minuten voor wij in het buitengebied van Quito zijn. Niet veel later zie ik een bord Mitad del Mindo, wat betekent midden van de wereld en een momument staat precies op de 0 °0 °0 °. Bijzonder dat ik langs de 80° W.L. reis en op dit punt beland. Onze chauffeur vraagt of hij moet stoppen zodat ik een foto kan maken, voor ons niet nodig. Met grote glimlach rijdt hij verder waaruit ik opmaak dat hij blij is dat wij hiervan afzien. Aangemoedigd door dit positieve bericht voert hij de snelheid op. Het landschap verandert van stedelijk naar landelijk gebied en niet veel later rijden wij door een bergachtig gebied. De kleuren groen zijn meer tinten dan 50 tinten grijs. Hoe hoger, hoe dieper de dalen en de boomtoppen lijken op broccoli. Vanaf nu bestaat het begrip “ broccoliboom”. De weg slingert omhoog en omlaag onze chauffeur krijgt ineens F1 neigingen. De haarspeld bochten worden met piepende banden genomen. Gelukkig heb ik een handgreep boven mij. Na twee uur rijden wij Mindo binnen. Hier heeft de tijd stil gestaan. Het dorp heeft een hoofdstraat met een paar winkels en eetgelegenheden. De winkels zijn “Winkels van Sinkel, alles te koop”. Afgezet bij ons appartement en we worden hartelijk ontvangen door Ronny, onze gastheer. Een prachtig plek met uitzicht op de broccolibergen. Wij zijn geïnstalleerd en het dorpje ingelopen. We hebben twee andere toeristen gezien en verder lokale bevolking. Een winkeltje binnen gelopen en inkopen gedaan. Een oude vrouw met een blind oog begon een verhaal in de winkel. Ik probeerde haar duidelijk te maken dat ik de taal niet machtig ben maar dat had geen succes. Ik knikte af en toe en mompelde wat, dat bleek genoeg. Haar hand ging omhoog en zij zwaaide terwijl ik de winkel uitliep. Hier wordt alleen Spaans gesproken met lokaal dialect. Ik ben overgeleverd aan handen en voeten taal. Het lukt steeds te duiden wat op dat moment nodig is. S’avonds besluiten Carla en ik het avontuur aan te gaan. Een tocht naar de watervallen met overtocht in een bakje van berg naar berg. Carla wil via drie ziplijnen over de jungle zweven. Ronny adviseert mij een taxi te nemen naar de Tarabita kabelbaan vanwege het hoogteverschil. De taxi is besteld en we gaan omhoog. De rit is al een avontuur, regelmatig slippen de wielen en moeten grote gaten in de zand/grindweg worden doorploegd. Aan weerskanten van de weg zien wij diepdonkere jungle of diepe dalen. De weg slingert zich omhoog en het startpunt wordt bereikt. Daar staat een stenen gebouwtje met daarbinnen een automotor met pedalen en versnellingshendel. Daaraan is een kabel verbonden die een klein geel bakje naar de andere kant laat zweven. Niemand te zien. Gewacht en even later kwam een man gekleed in overal naar mij toe. Hij vraagt of wij naar de overkant willen. Ik beaam het en hij komt met een formulier waarin wij moeten tekenen voor eigen risico. Daarna betalen en in het bakje gestapt. Ik vind het een sensatie. In een klein geel ijzeren bakje zweef ik hoog boven het regenwoud. Onder gierend geluid in rap tempo naar de overkant. Halverwege heen en weer geslingerd door de wind. Aan de overkant worden wij opgevangen. Hier begint de voettocht naar de watervallen. Totaal zijn er 7 watervallen. Wij lopen een half uur en komen op een T kruising met keuzemogelijkheden. Kiezen voor de grootste. Heen en terug duurt het twee uur. Begeleid door concert van vogelgeluiden baan ik mij een weg door de jungle via een smal pad. Het pad gaat naar beneden en dan weer omhoog. Dat herhaalde zich. Het pad is weerbarstig en mijn knietjes tekenen protest aan. Ik ben samen met Carla de enige die richting de waterval lopen. Af en toe stoppen we en genieten van de overweldigende natuur. Het blijft bizar dat kamerplanten bij ons in Nederland hier in het wild groeien. In de verte hoor ik het geluid van vallend water. Het lijkt dichtbij maar duurt nog een kwartier voordat de waterval bereikt wordt. Het is altijd imponerend. In de middle of nowhere omringd door regenwoud dondert het water over de rotsen naar beneden. Het is een verstillend moment onder donderend geraas. Zwemmen is niet mogelijk. De weg terug lijkt altijd langer te duren dan heen. Uiteindelijk terug bij het gele bakje en opnieuw zweven wij over de jungle. Het blijft een bijzondere ervaring. Vervolgens hebben we de taxi genomen naar de ziplijnen. Carla besluit om 3 lijnen te doen. Krijgt eerst instructies vervolgens in de klimgordels gehesen. De instructeur vraagt of zij alleen wil of samen. Samen zegt Carla, het is voor mij de eerste keer. Zij gaan een platform op. Zetten zich met karabijnen vast aan de staalkabel en ineens zie in hen met gierend geluid over de broccoli bomen gieren. Ik staar hen na en voel kriebels in mijn buik. Ik loop naar een platform en klim omhoog. Lange tijd staar ik verlangend in de verte. Ineens komt Carla alleen aangezweefd en mijn hart maakt een sprongetje. Blij haar te zien. Zij wordt opgevangen door instructeur met de opmerking “very good Carla”. Zij vertelt enthousiast over haar zweefvlucht een een lijntje. Besloten terug te gaan en een biertje te drinken op deze prachtige dag. So far so good. Carla zweeft nog steeds.
P.s. Twee video’s van Carla staan op FB